De zomertijd, een concept dat al vele jaren wereldwijd in talrijke landen wordt toegepast, heeft een interessante oorsprong en ontwikkeling. We hebben namelijk de zomertijd, en daarmee dus ook de wintertijd, te danken aan onze oosterburen. Duitsland was niet de bedenker, maar wel het eerste land waar de overheid als eerste de zomertijd invoerde. Inmiddels heeft de beslissing van toen net als in veel andere delen van de wereld, inmiddels geleid tot een reeks van debatten en soms felle discussies over het weer afschaffen. En hoe opvallend, in Europa met Duitsland voorop.
Oorsprong en geschiedenis
Het idee van de zomertijd, ook bekend als ‘Daylight Saving Time’ (DST), ontstond in de late 19e en vroege 20e eeuw als een poging om energie te besparen en de daglichturen beter te benutten. De eerste moderne implementatie van de zomertijd werd voorgesteld door de Nieuw-Zeelandse entomoloog George Hudson in 1895, maar dat haalde toen geen meerderheid en ging dus niet door. Echter, het was de Duitse overheid die als eerste de zomertijd op grote schaal toepaste, namelijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Eerste Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog, waar de klaproos het symbool voor is geworden, stonden veel landen voor de uitdaging om hun middelen efficiënt te gebruiken. Denk voor die tijd aan het op grote schaal gebruik van kaarsen, petroleum- en gaslampen. Door dat gebruik met een uur te verminderen, zou een flinke besparing op de grondstoffen bereikt worden. Duitsland was het eerste land, dat de zomertijd implementeerde; dat was op 30 april 1916. De maatregel was nodig om kolen te besparen die nodig waren voor de oorlogsinspanningen. De klok ging dus een uur vooruit om zo meer daglicht te benutten en energie te besparen.
De invoering van de zomertijd in Duitsland tijdens de oorlog was een pragmatische beslissing, die volop navolging kreeg van andere landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het succes ervan leidde tot verdere toepassingen na de oorlog, zij het niet onmiddellijk en niet overal. Na de Eerste Wereldoorlog bleef de zomertijd niet meteen permanent in Duitsland. Het werd voornamelijk gezien als een tijdelijke maatregel die werd gebruikt tijdens crisissituaties zoals oorlogen. In 1940 werd tijdens de Tweede Wereldoorlog de zomertijd opnieuw ingevoerd in Duitsland. Dit keer was de motivatie niet alleen gericht op het besparen van energie, maar ook op het verhogen van de productiviteit en het efficiënter benutten van arbeidstijd. Van april 1940 tot november 1942 gold de zomertijd doorlopend; daarna werd het halfjaarlijks. Na de oorlog werd de zomertijd in Duitsland opnieuw afgeschaft, maar het idee bleef bestaan.
Oliecrisis
In de tweede helft van de 20e eeuw begon de zomertijd een meer permanente functie te krijgen. De oliecrisis van 1973 zette de Europese landen weer tot nadenken over energiebesparing en voerden in 1980 de zomertijd weer in. Ook Duitsland, dat toen nog verdeeld was in ‘West’ en ‘Oost, de Bundes Republik Deutschland (BRD) en de Deutsche Demokratische Republik (DDR). Als belangrijkste reden niet zo zeer om energie te besparen, maar om geen verschil met de buurlanden te hebben… Sindsdien is de zomertijd een jaarlijks terugkerend fenomeen geworden, waarbij de klokken in maart (voorjaar) een uur vooruit worden gezet en in oktober (herfst) weer een uur worden teruggedraaid.
Hoewel de zomertijd wereldwijd tegenwoordig een vast onderdeel van het kalenderjaar is, blijft het onderwerp controversieel. Voorstanders beweren dat het energie bespaart en het daglicht beter benut, terwijl tegenstanders wijzen op verstoringen van slaappatronen, gezondheidsproblemen en economische verstoringen.
Het invoeren van de zomertijd is in een eeuw tijd diep ingeworteld in onze geschiedenis, vooral tijdens turbulente perioden. Wat begon als een pragmatische maatregel om energie te besparen tijdens crisissituaties, is uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend fenomeen dat de manier waarop we onze tijd indelen beïnvloedt. Inmiddels is het ook nog maar de vraag of het vandaag de dag inderdaad nog zoveel besparingen oplevert. En ja, was Duitsland ooit de eerste, nu is het een (fanatieke) tegenstander van het verzetten van de klok. In haar tijd als bondskanselier was ook Angela Merkel al voor afschaffing en als het aan de voorzitter van de Europese Commissie ligt, blijven we in ‘wintertijd’, de oorspronkelijke tijd.
Een leuk ‘weetje’
Wie voor chaos vreest; alles is relatief. Tot ver in de 19e eeuw had iedere Duitse stad haar eigen tijd. Dat was dan vaak niet een verschil van een rond uur, maar kon ook bijvoorbeeld 20 minuten zijn. De kerkklok was de maatstaf. Rond 1891 was het aantal tijdzones in Duitsland tot vijf teruggebracht, ook omwille van de treinverbindingen. Keizer Wilhelm voerde in 1893 pas een eenheidstijd in voor het hele Duitse rijk. Meer zomertijd lees je hier →